2 april VAN LANKMOEDIG UITSTEL TOT GENADIG AFSTEL.
Die den dood heeft te niet gedaan en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het evangelie.
Het is duidelijk, dat hierin groote genade lag. Want door dit lankmoedig uitstel der straf kan er een Vrouwenzaad opkomen ten strijde tegen de Slang. d God geeft de vrouw haar zaad; en aan dat vrouwenzaad een plaats in de wereld. En straks komt hèt Groote Vrouwenzaad. En daartegen ontwaakt de volle, waarachtige, eeuwige dood. Duizend jaren nu zijn voor God als één dag. e Dat de eerste Adam zondigde, en de tweede grondig stierf, is voor God op één dag geschied. Maar voor ons, die in den tijd bevangen zijn, is er een uitstel van straf, dat groot van goedertierenheid is, omdat het Christus de mogelijkheid schiep, ons te verlossen. Het uitstel was hier geen gevaar, doch zijn afwending. De tijdelijke dood was Gods moratorium, een uitstel van de straf. Christus dood maakt straks daarvan een oratorium, een lofzang onzen God. Ja, ons graf is wel donker. Maar het is toch de dam geweest, waartegen God de wateren, die Satan ons naspuwt, heeft doen oploopen, dat ze ons niet konden verzwelgen. f En Christus heeft den dood doorleden. De dreiging is op Hem verhaald. Toen kon de eeuwige dood worden afgesteld voor wie in Hem begrepen zijn; toen kwamen leven en onverderfelijkheid aan het licht. Christus dood heeft van Gods lankmoedig uitstel van het vonnis van den dood een genadig eeuwig afstel gemaakt. LEZEN: Hebr. 2 : 9-15. a. Opgenomen in VWS I,215-217. b. Vgl. Genesis 2:17. c. Vgl. Genesis 3:19. d. Vgl. Genesis 3:15. e. Vgl. Psalm 90:4, 2Petrus 3:8 f. Vgl. Openbaring 12:15. |