29 januari GEBOD EN LEVENSONTPLOOIING.
Al deze dingen zal ik u geven, indien gij, nedervallende, mij zult aanbidden
De geschiedenis herhaalt zich, want in het eerste paradijs heeft de duivel hetzelfde voorstel al gedaan. De eerste mensch was goed en gaaf en gezond; maar tot de volkomenheid, tot de volmaakte ontplooiïng van wat er in hem woonde, was hij nog niet gekomen. De opperste schoonheid zou eerst bereikt worden na een heel lange loopbaan van gehoorzaamheid. Dien langen weg wil Satan bekorten. De kortste weg is de beste, zegt hij; zoowel in het ambt, waarin ge God het zijne geeft, als in uw koningsbloei, waarin ge het uwe ontvangt. Met één sprong moet gij naar uw werk toe en ook naar uw rust. Met één sprong naar den plicht, om zoo ook met één sprong te komen tot het volle genot. Kóóp de duurste parel; de wereld is een knieval waard. En dat heeft de Satan ook van Christus gevraagd. Maar God zij eeuwig gedankt: de geschiedenis herhaalt zich hier, maar ze vervult en verzoent zich óók. Christus heeft den sprong der eigenwilligheid niet willen nemen naar den tempel, waar hij moest staan en dienen. Hij heeft dien sprong óók niet willen doen naar den troon, waar hij mocht zitten en heerschen. Hij heeft niet de renbaan, maar de loop-baan gekozen, al was in zijn ziel de ijver grooter dan van den snelsten held in het worstelperk. Hij heeft alles gedaan naar het gebod; tempeldienst en koningseer, ambt en sieraad, levensopenbaring en levensontplooiïng, hij heeft het alles door de gehoorzaamheid willen bereiken. Geen parel kocht hij voor zich, maar alle voor God. En heden staat Hij onder u en predikt nog: De macht komt niet zonder de leer; slechts in gehoorzaamheid ligt de ware levensontplooiïng. LEZEN: deuteronomium. 6 : 4-15. a. Opgenomen in VWS I,128-129. |