18 januari WEL ETEN EN WEL DRINKEN.
De Zoon des menschen is gekomen, etende en drinkende
Waarom eet Johannes niet, en Christus wel? Omdat Johannes veel is, maar Christus is meer. Johannes beknibbelt zich het uur van den lichamelijken maaltijd, want hij moet strijden om de spijze, die daar is voor de ziel. Maar Christus heeft geen strijd daarvoor, omdat hij zonder zonde is. Zijn spijze is altijd te doen den wil des Vaders f. Vette maaltijden zetten zijn ziel niet op rantsoen. De Dooper ontgaat de drukte, omdat hij staat onder den druk van de wet. Maar deze zijn kracht is tegelijk zijn zwakheid. Hij kan niet met de anderen eten, want hun drukte kan hij niet breken, en zij kan hem wel breken. Hij kan de reiniging wel veroveren, maar niet meedeelen. Doch Christus is de reine en blijft het ook, al staat hij onder zwijnen en zwijnenhoeders. Hij behoeft zijn eigen geestelijke spijze niet angstvallig te verdedigen, zooals de Dooper, tegen wie met schotels om hem heen dribbelen, want Zijn ziel wordt in der eeuwigheid niet beschadigd. En hij moet naar onze maaltijden en drukte toe, om het brood te geven, het brood des levens g. Hij kan het brood ook kwijt. Dit is Christus glorie. Johannes leeft onder den druk, om God voor zich te behouden, Christus leeft onder den druk, alleen om God aan u te schenken. Daarom heeft Johannes last van de drukte. Maar Christus staat onder den druk, niet om God lief te krijgen, maar om u onder die liefde te brengen. Om dien druk moet hij naar uw drukte toe; hij moet heden in uw huis zijn h. LEZEN: matth. 9 : 9-15. a. Opgenomen in VWS I,113-114. Eerder gepubliceerd als Vasten en eten, Leidsche Kerkbode 5 (1926v) 21 (24 september 1926). b. Vgl. Marcus 14:3. c. Vgl. Lucas 8:26-37. d. Vgl. Lucas 15. e. Vgl. Matteüs 15:17-19. f. Vgl. Johannes 4:34. g. Vgl. Johannes 6:35, 48. h. Vgl. Lucas 19:5. |