AvondmaalsformuleGereformeerde Kerkbode van Vlaardingenonder Redactie van de Gereformeerde Predikanten, nummer 88 (geen paginering) (3 augustus 1918)Dezer dagen ontving ik een vriendelijk schrijven uit de gemeente, waarin opheldering gevraagd werd over de formule, die door mij gebruikt wordt bij de Viering van het H. Avondmaal onder het uitdeelen van brood en wijn b. Dit schrijven ging uit van de gedachte, dat door vele jongere predikanten en ook door mij de gebruikelijke woorden van vele oudere bedienaren des Woords zouden vervangen zijn door eigen gekozene. Omdat in het schrijven wordt gezegd, dat ook vele andere leden der gemeente gaarne antwoord zouden hebben op dezelfde vraag, meen ik goed te doen in de Kerkbode dit antwoord te geven. Ik merk dan het volgende op: 1°. dat ik volstrekt niet willekeurig handel, doch blijkbaar volgens den wensch van den Kerkeraad van de Gereformeerde Kerk A te Vlaardingen. Wanneer men even bij den koster toegang vraagt tot den preekstoel in de Landstraatkerk èn tot dien in de Binnensingelkerk, dan kan men in de boeken, die de kerkeraad vóór mijn komst ten gebruike gaf, letterlijk dezelfde woorden vinden, als ik gewoon ben te gebruiken. Men overtuige zich; en is die formule niet zuiver, dan moet men bij den kerkeraad zijn. Ik ben maar een gehoorzame dienaar. 2°. Indien men meent, dat zij, die de ook door mij gebruikte woorden uitspreken, de oude palen verzetten, die onze vaderen gemaakt hebben c (zoo staat het in den brief) dan is ook dat een vergissing. Prof. Biesterveld schreef, toen hij nog hoogleeraar was aan de School der Kerken te Kampen: De hier aangegeven formule is die van het formulier van Londen . . . Reeds in 1574 was op de Synode te Dordrecht besloten om de Londensche formule te gebruiken. Zoo ook in 1578 te Dordt en in 1581 te Middelburg. In 1599 werd op de Synode van Zuid-Holland dit besluit hernieuwd, terwijl Voetius in 1667 nog deze formule als de toen gebruikelijke aangeeft. In de latere uitgaven is zij wederrechtelijk weggelaten en dient weer algemeen in gebruik te komen. 1) Prof. Rutgers heeft de formulieren weer uitgegeven naar den ouden tekst d en de Synode van Arnhem heeft in 1902 den wensch uitgesproken, dat die uitgave in onze kerken zou gebruikt worden e. Hetgeen onze kerkeraad dan ook gedaan heeft. De formule, die ook door mij gebruikt wordt, is dus geen nieuwigheid, maar juist de alleroudste, de formule van onze vaderen. Alle andere formules zijn van jonger datum. Ik zeg dat niet om aanmerking te maken op predikanten, die andere woorden gebruiken. Dominees maken niet zoo gauw aanmerkingen. Ik merk het alleen maar op, om te bewijzen, dat predikanten die, als ik, de bovenbedoelde formule bezigen, geen berisping verdienen. Ik houd me aan de oude schrijvers. Van oude palen verzetten is hier geen sprake; integendeel ben ik tot de alleroudste, de extra-oude palen teruggekeerd en daarvoor blijf ik vol eerbied staan. K.S. 1. Het Gereformeerde Kerkboek, uitgave van Filippus, 1903, bl. 243. a. Opgenomen in OWK II,192-196. b. Gezien het vervolg moeten de door Schilder gebruikte formules geweest zijn: Het brood dat wij breken is de gemeenschap des lichaams van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam onze Heeren Jezus Christus gebroken is tot eene volkomene verzoening van alle onze zonden., en: De drinkbeker der dankzegging, dien wij dankzeggende zegenen, is de gemeenschap des bloeds van Christus. Neemt, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft, dat het dierbaar bloed onzes Heeren Jezus Christus vergoten is tot eene volkomene verzoening van al onze zonden. Biesterveld geeft aan (t.a.p. zie beneden) dat het alternatief wel was alleen de woorden naar 1Korintiėrs 10:16 te gebruiken: Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? De drinkbeker der dankzegging, dien wij [dankzeggende] zegenen, is die niet een gemeenschap des bloeds van Christus? c. Vgl. Spreuken 22:28. d. Vgl. Frederik Lodewijk Rutgers (1836-1917), De berijmde psalmen, met eenige gezangen, in gebruik bij de Gereformeerde Kerken in Nederland, alsmede hare formulieren van eenigheid, met de drie oude geloofsbelijdenissen, en hare liturgie, met het Kort begrip en den Ziekentroost, naar den door die kerken vastgestelden tekst uitgegeven, onder medewerking van H. Bavinck en A. Kuyper, Middelharnis (Flakkeesche Boekdrukkerij) 1898. e. Vgl. Acta der Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland gehouden te Arnhem, van 12 Aug. tot 5 Sept. 1902, Leiden (D. Donner) 1903, artikel 27. |