Simon in Gethsemané

Almanak van het Studentencorps „Fides Quaerit Intellectum” voor het jaar 1912

Kampen (Zalsman) 1912, 169

a



En Hij zeide: Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk: neem dezen drinkbeker van mij weg; doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt.

En Hij kwam en vond hen slapende, en zei tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kondet gij niet één uur waken?

Marc. 14 : 36, 37.


In zielsangst worstelt Hij; en eenzaam bidt de Heer,

Dat toch de lijdenskelk van Hem voorbij mocht gaan . . .

En in Zijn strijden ziet de Vader nog Hem aan,

En zendt een engel tot des Heilands bijstand neer.


O Simon! Weet gij ’t niet? Uw Meester bidt en strijdt!

Hij strijdt voor u! . . . Nog nauw heeft Hij ’t u aangezegd

Dat gij Hèm zoudt verlooch’nen. O, waart gij wel oprecht,

Toen gij ’t ontkendet? En . . . hebt gij u neergevlijd


Om in den slaap dat ernstig-droeve woord

En — o — Zijn zielesmart, Zijn angstzweet te vergeten?

Hebt gij uw tranen met de Zijne niet geplengd?


Ach, gij hebt niet uws Meesters beê gehoord . . .

En zelfs Zijn zachte klacht heeft u ’t nog niet doen weten:

Gij hebt een nieuwen drop in Zijnen kelk gemengd.



Mohr.





a. Opnieuw gepubliceerd in J.J.C. Dee (uitgave), Eenzaamheid en gemeenschap. Proza en poëzie van K. Schilder uit zijn studentenjaren, Haarlem (Vijlbrief) 1990, 68.







deze pagina hoort in frames, klik hier

© Appendix Vaginix Productions 2000